5

4

ADDENDUM - GOMA AANBEVELING 18 - NIEUWE TOELICHTING

ADDENDUM - GOMA AANBEVELING 18 - NIEUWE TOELICHTING

Verschil van inzicht op medisch vakinhoudelijk gebied

Een van de voorwaarden voor een geslaagd beroep op Aanbeveling 18 is ook dat er 

sprake dient te zijn van een verschil van inzicht op medisch vakinhoudelijk gebied.  

Het gaat daarbij om de medisch vakinhoudelijke interpretatie van (vaststaande) 

feiten. Te denken valt aan een verschil van inzicht tussen (de medisch adviseurs 

van) partijen over de mate waarin het handelen van een zorgverlener op het 

moment van handelen voldeed aan de professionele standaard, terwijl zij zich 

voor hun oordeel op dezelfde feiten baseren. 

Dat is iets anders dan een verschil van inzicht over de relevante feiten zelf en/

of de mate waarin die feiten vaststaan, dan wel over de juridische interpretatie 

daarvan. Zo’n verschil van inzicht zou op basis van de goed onderbouwde 

aansprakelijkstelling en de daaropvolgende goed gemotiveerde afwijzing door de 

verzekeraar in een eerder stadium in principe al aan het licht moeten zijn gekomen.  

 

Essentieel is dat het ontbreken van overeenstemming over bepaalde (medische) 

feiten in het voortraject nadrukkelijk wordt benoemd. Van zo’n gebrek aan 

overeenstemming is bijvoorbeeld sprake wanneer de ene partij stelt dat een 

bepaalde medische behandeling heeft plaatsgevonden op dag ‘X+1’ en dat er 

daardoor sprake is van een delay van 2 dagen, terwijl de andere partij stelt dat 

de behandeling al heeft plaatsgevonden op dag ‘X’ waardoor er slechts sprake is 

van een delay van 1 dag.  

Door een dergelijk verschil van inzicht over de feiten expliciet te benoemen, 

kan allereerst worden beoordeeld of partijen eigenlijk al wel toe zijn aan het 

vragen van een medische expertise. Op basis van hetgeen door de ene partij 

wordt gesteld en door de andere wordt weersproken, kunnen de betrokken 

juristen bepalen waar de verschillen zitten en op wie de bewijslast rust voor 

onduidelijkheid met betrekking tot bepaalde feiten en omstandigheden. Komt 

men daar niet uit, dan kan op dat moment alsnog worden besloten gezamenlijk 

een deskundige in te schakelen en op welke wijze met het voorgaande in 

de vraagstelling rekening wordt gehouden. De benoemde deskundige zou 

bijvoorbeeld expliciet kunnen worden verzocht zich uit te laten over de 

verwachte gevolgen in beide gestelde situaties, dus zowel uitgaande van een 

delay van 1 dag als een delay van 2 dagen.  

4 Afwezigheid van een klassieke scholenstrijd

Een laatste voorwaarde voor een geslaagd beroep op Aanbeveling 18 is dat er 

geen sprake mag zijn van een klassieke scholenstrijd.  

Daarvan is binnen het medische aansprakelijkheidsrecht sprake wanneer de 

ene groep medisch specialisten in een gegeven situatie zou kiezen voor een 

Medische adviezen van de zijde van de verzekeraar
 Het leidt tot argwaan bij belangenbehartigers (en patiënten) indien verzekeraars 

de medische adviezen, die zij gebruiken om tot een standpunt te komen over 

het medisch handelen van de aangesproken zorgverlener, om hen moverende 

redenen niet in kopie aan de patiënt overleggen. De discussie hierover 

bestaat al langer en is ook nog niet beslecht. Om binnen de grenzen van 

hetgeen praktisch mogelijk is toch zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de 

wederzijdse belangen, stelt de Werkgroep

3

 het volgende voor:

Indien aan de zijde van de patiënt en zijn belangenbehartiger, na overleg met de eigen 

medisch adviseur, gerede twijfel resteert omtrent de onderbouwing van het standpunt van 

de verzekeraar of het ziekenhuis en/of de kwaliteit van het onderliggende medisch advies, 

dan wel de vraag rijst of de verzekeraar of het ziekenhuis überhaupt wel een medisch 

adviseur hebben geraadpleegd, zullen de verzekeraar of het ziekenhuis hun gemotiveerde 

standpunt op verzoek van de belangenbehartiger of de patiënt mede door de geraadpleegde 

medisch adviseur voor akkoord laten ondertekenen.  

Vice versa geldt overigens hetzelfde: indien juist aan de zijde van de verzekeraar of 

het ziekenhuis na overleg met de medisch adviseur gerede twijfel resteert omtrent deze 

aspecten, zullen ook de patiënt en zijn belangenbehartiger hun gemotiveerde standpunt 

op verzoek van de verzekeraar of het ziekenhuis mede door de geraadpleegde medisch 

adviseur voor akkoord laten ondertekenen.

3 Een verschil van inzicht op medisch vakinhoudelijk gebied

Kwaliteit en kosten eerste medisch advies

Voorop staat dat de discussie in medische aansprakelijkheidszaken veel 

sneller en kwalitatief beter kan worden gevoerd, wanneer er sprake is van 

een gespecialiseerd eerste medisch advies aan de zijde van de patiënt. Er 

zal daardoor vaak sneller en op den duur naar verwachting ook goedkoper 

tot overeenstemming worden gekomen. Het is in eerste instantie de 

verantwoordelijkheid van de belangenbehartiger om ervoor te zorgen dat er 

een ter zake kundige specialist wordt ingeschakeld. De Werkgroep realiseert 

zich echter ook dat hiermee mogelijk hogere initiële kosten zijn gemoeid en 

dat er lang niet altijd voldoende financiële middelen beschikbaar zijn om een 

gespecialiseerd eerste medisch advies te vragen.  

Kortom: er bestaat in de markt behoefte aan een betaalbaar en voldoende gedifferentieerd 

aanbod van gespecialiseerde eerste medische basisadviezen. De Werkgroep spoort medisch 

adviseurs op dit punt daarom aan zelf stappen te ondernemen. Medisch adviseurs zouden 

hierover bijvoorbeeld een samenwerking kunnen aangaan met partijen zoals de ASP, de 

WAA en de GAV. Met het oog op de verplichte herregistratie van basisartsen, die op 1 

januari 2018 van kracht zal worden, dienen medisch adviseurs sowieso de handen in elkaar 

te slaan om te komen tot verdere kwaliteitsverbetering van de door hen verleende diensten. 

3 Totstandkoming nieuwe Toelichting Aanbeveling 18, p. 11